Reünie 43 Herstelcompagnie



43 Herstelcompagnie in het historisch perspectief van het Regiment Technische Troepen

 

Het ontstaan van het Regiment Technische Troepen voert terug naar de datum 20 maart 1941 toen een Nederlandse brigadewerkplaats werd opgericht in Engeland. Het oprichten van deze Nederlandse brigade met deze werkplaats was niet direct aanleiding voor de opbouw van een nieuw Nederlands Leger.
In mei 1945 was Nederland nog geconfronteerd met het vraagstuk rond de bevrijding van Nederlands-Indië dat door Japan werd bezet. Zelfs nadat Japan op 15 augustus 1945 tot overgave was gedwongen na de atoombommen op Nagasaki en Hirosjima, moest er in Nederlands-Indië eerst een volledig nieuw bestuursapparaat worden opgebouwd. Dit kon alleen slagen met de steun in de rug van het Koninklijk Nederlands Indië Leger (KNIL). Daarom gingen alle beroeps- en dienstplichtige militairen tot september 1949 naar Indië en was er geen ruimte om daarnaast nog een Leger in Nederland op te richten. Na de soevereiniteitsoverdracht aan Indonesië op 17 december 1949, duurde het nog tot maart 1951 voordat alle Nederlandse militairen waren teruggekeerd op vaderlandse bodem. In de tussentijd werd er in Nederland slechts gewerkt met garnizoensgarages voor de lokale troepen; veelal gevuld met burgerpersoneel en personeel met vrijstelling voor Nederlands-Indië.

Toen op 25 juni 1950 de Korea-oorlog uitbrak had Nederland geen enkele eenheid beschikbaar voor de dreiging die voortvloeide uit dat conflict. Men had grote angst voor het uitbreken van een Derde Wereldoorlog als gevolg van deze Korea-oorlog. Omdat Nederland in 1949 meteen was toegetreden tot de NAVO ging Nederland met een noodplan over tot het oproepen van extra lichtingen militairen. Nederland had zich met vijf Divisies verbonden aan de NAVO. De 1e en de 2e Divisie waren, na terugkeer uit Nederlands-Indië, mobilisabel gesteld en dat betekende dat er snel nieuwe divisies moesten worden opgericht. Lichting 40-2 kwam als eerste op in december 1950 en de lichtingen 51-1 en 51-2 volgden binnen zes maanden. De basis voor de nieuwe Koninklijke Landmacht, zoals wij die nu kennen, was hiermee gelegd.

Op 1 februari 1951 was het merendeel van de 3e Divisie paraat gesteld met daarin één herstelcompagnie om de volledige divisie te ondersteunen. De thuisbasis van deze herstelcompagnie was de Kromhoutkazerne te Utrecht. Hoewel het slechts één compagnie was voor de divisie was deze qua omvang groot. Een staf van 30 man met twee werkplaatspelotons van elk (circa) 180 monteurs, variërend van wiel- en rupsmonteurs (Shermans en Stackhounds), monteurs wapens, geschut en instrumenten tot bevoorraders, bergers en afvoerders. Het werkgebied bestreek dat van de divisie en reikte van Assen tot Eindhoven.

Vanwege deze afstanden verhuisde de staf van het 1e werkplaatspeloton na verloop van tijd naar Nunspeet voor alle divisietroepen in het Noorden. In maart 1951 streek het 2e werkplaatspeloton neer in Oirschot om de troepen in het Zuiden te ondersteunen. De situatie duurde voort tot de opbouw van de 4e Divisie in 1953 was afgerond en het materieel uit de Marshall hulp was gearriveerd. De 3e Divisie werd mobilisabel gesteld en het beroepskader werd op 1 maart 1953 overgeheveld naar de 4e Divisie.

Het Legerplan dat in 1953 werd uitgegeven, reorganiseerde de hersteleenheden op basis van de Legeraanwijzingen uit de Marshall hulp. Eén van de maatregelen was dat er een tankbataljon Centurion in Steenwijkerwold (het huidige Steenwijk) werd opgericht. Dit bataljon kon voor herstelsteun niet terugvallen op Assen, waar inmiddels een zware herstelcompagnie voor de National Sector was geactiveerd. Om het tankbataljon toch adequaat te ondersteunen werd, in juni 1953, een voorpeloton van 4 Technische Dienst bataljon (later 41 TD bat) uit Nieuw Milligen naar de omgeving van Steenwijkerwold verplaatst. De thuisbasis van dit voorpeloton werd de Legerplaats Havelte, waarvan de bouw in 1952 was gestart. Dit voorpeloton van 4 TD bataljon te Havelte markeert de start van 43 Herstelcompagnie en onze eenheid heeft dan ook de oprichtingsdatum: 1 juni 1953.

Dit voorpeloton werd aangestuurd door de commandant en staf 4 TD bat vanuit Nieuw Milligen. Deze situatie duurde voort tot 1 oktober 1963 toen het voorpeloton uitgroeide tot de, zelfstandige, A-compagnie van 41 TD bat. De reden hiervoor was de toenemende werkdruk en de verdere groei van de Koninklijke Landmacht. De logistieke organisatie van de brigades van de Koninklijke Landmacht reorganiseerde vervolgens tot de zogenaamde Treinenbataljons; Technische Dienst, Intendance, Aan- en Afvoertroepen en Geneeskundige Dienst kwamen onder eenhoofdige leiding. De voornaamste reden voor de oprichting van deze Treinenbataljons was dat de gevechts- en gevechtssteuneenheden maar naar één centrum hoefden voor de logistieke steun. Met deze reorganisatie werd de A-compagnie van 41 TD bataljon losgeweekt en omgedoopt tot 43 Herstelcompagnie, als onderdeel van 43 Treinenbataljon. Het concept van het Treinenbataljon binnen de brigade kwam ten einde in 1984; 43 Herstelcompagnie, 43 Geneeskundige compagnie en 43 Bevoorradingscompagnie reorganiseerden naar zelfstandige compagnieën onder directe leiding van de brigadecommandant.

De val van de Berlijnse Muur in november 1989 kondigde het einde van de Koude Oorlog aan. Het wegvallen van een bi-polaire machtsverdeling leidde tot het ‘innen van het vredesdividend’; een omvangrijke krijgsmacht leek niet meer noodzakelijk en ingrijpende bezuinigingen en reorganisaties volgden. Dit leidde in 1994 tot het besluit om 43 Gemechaniseerde Brigade op te heffen; waaronder 43 Herstelcompagnie. Een deel van het personeel en materieel ging over naar 41 Herstelcompagnie en 320 Herstelcompagnie, dat net was opgericht en het overtollige materieel van 43 Herstelcompagnie werd ingeleverd.

Het einde van de Koude Oorlog en het wegvallen van het machtsevenwicht bood een vruchtbare bodem voor het oplaaien van diverse brandhaarden die tijdens de Koude Oorlog hadden gesluimerd of waren onderdrukt door de beide grootmachten. Nederland verlegde de aandacht van de bondgenootschappelijke verdediging van het NAVO grondgebied naar het leveren van bijdrages aan het oplossen van internationale conflicten die overal ter wereld oplaaiden. Het accent van de Nederlandse Krijgsmacht verschoof nadrukkelijk naar het expeditionaire optreden. De internationale expeditionaire inzet vergde veel van de resterende capaciteiten van de Koninklijke Landmacht. Deze druk leidde tot het besluit tot het opnieuw oprichten van 43 Gemechaniseerde Brigade in 1998. Op 1 juli 1998 ontwaakte 43 Herstelcompagnie uit een ‘gevechtspauze’ van drie jaren en sindsdien draagt 43 Herstelcompagnie, naast de taken op vaderlandse bodem, haar cruciale steen bij aan de internationale Vrede en Veiligheid.

Vastgesteld op basis van documenten uit het archief van de Historische Collectie Regiment Technische Troepen (Soesterberg).

Terug